Terwijl Merel zich in het zweet werkt met de handpomp zuigt haar opengesneden gasfles zich langzaam het strandzand in. Precies zoals ze bedacht en berekend had. Gisteren ronde Merel haar Bachelor of Science Civiele Techniek aan de TU Delft af. Ik had het privilege haar te mogen begeleiden.
Merel was afgekomen op het onderwerp 'Je Auto in Zee Parkeren' waarbij we aan het onderzoeken zijn of het mogelijk is om parkeersensoren van auto's te gebruiken om onder water de beweging van zandbanken te kunnen monitoren. Merels voorganger had al onderzocht dat deze sensoren niet kapot gaan in zout water. Dat liet een aantal mogelijke vervolgstappen open. Onderzoeken wat de invloed van water-temperatuur is op de metingen? Bepalen wat de ideale meet-frequentie is zonder te veel batterijen nodig te hebben? Merel koos voor iets anders. "Die opstelling moet blijven staan in de golven van de branding: ik wil een constructie ontwerpen die dat kan!". Ik twijfelde. Vragen over sensoren en batterijen kan ik hebben, maar over constructies? Toch ja gezegd, vanwege twee redenen: binnen onze faculteit zijn er genoeg collega's die wel constructies door kunnen rekenen en Merel daarbij helpen. Die kan ik altijd om hulp vragen bij de begeleiding. Ten tweede: het enthousiasme sprong er bij Merel van af. Van constructies weet ik misschien weinig: maak-onderwijs begeleiden snap ik prima. Enthousiasme over je onderwerp is essentieel!
"Je moet het dan wel echt bouwen, niet alleen een rapport schrijven." was mijn eis. Dat deed Merel. Zoals een toekomstig ingenieur beaamt eerst netjes berekenen welke krachten er op zo'n constructie in de golven afkomen. Vervolgens liet ze zich inspireren door de bestaande funderingen van windmolens op zee. Verschillende criteria afwegend bleek een suction caisson, waarbij de fundering de bodem in gezogen wordt, het beste uit de bus te komen. Toen werd het stil. Na een week vroeg ik of ze nog hulp nodig had met de volgende stap: het bouwen. "Nee hoor, ik heb een al oude gastank geregeld, onderkant eraf gesneden en een steigerbuis op laten lassen." Toen was ik stil. Dat had ze allemaal zelf geregeld. Vervolgens ook zelf op het strand haar suction caisson installeren om te testen of haar berekeningen klopten. Op de TU leiden we ingenieurs op die zelfstandig kunnen werken. Merel is, met nog twee jaar tot haar ingenieurs-diploma, voor dat onderdeel alvast glorieus geslaagd.
Vorige week was ik bij de boekpresentatie van Rik Kuiper zijn boek 'Die Ene Leerling'. Docenten uit alle hoeken van het onderwijs vertellen Rik over één specifieke leerling die ze is bijgebleven: een aanrader! Ik vertelde Rik over oud-student Nilanjana. Van Nilanjana haar project heb ik geleerd dat het bij een studentenproject niet gaat over de opbrengst voor mijn onderzoek, maar om hoeveel de studente zelf leert tijdens het project. Door Merel haar project realiseer ik me dat er naast het leren van de student en de voortgang van het onderzoek nog iets belangrijks is: het leren van de docent! In het boek van Rik vertellen veel docenten over hoe ze van hun studenten geleerd hebben beter les te geven. Wat je weinig hoort is docenten die iets vakinhoudelijks geleerd hebben van hun studenten. Door Merel te begeleiden heb ik nieuwe dingen geleerd over constructieleer. Ik had geen idee wat een suction caisson was. Ik heb van Merel een nieuwe manier geleerd om onze sensoren op deze manier op het strand te installeren.
Merel bedankt voor mijn leerproces!
Het Bachelor Eind Project (BEP) is een afsluiting van twee maanden waarin studenten laten zien dat ze goed op weg zijn naar de ingenieur titel. Met hun BEP sluiten ze het algemene deel van de opleiding civiele techniek af, om vervolgens zich te specialiseren in een van onze tweejarige Master of Science (MSc) opleidingen. Na afronding van de MSc mogen studenten van een technische universiteit zich naast het internationale "MSc" ook de titel "ingenieur" (ir.) voor hun naam zetten.