/
    • De McDonalds medewerker lacht om mijn grapje over het beleg van Haarlem. Het is mij veel waard om in een wereld te leven waarin de medewerkers van McDonalds meer geleerd hebben dan alleen maar burgers flippen. Hoeveel mij dat waard is? Dat lijkt me niet in geld uit te drukken.

      In zijn column van 7 maart betoogt Frank Kalshoven dat rendementsdenken niet goed of slecht is, maar gewoon is. Hij valt daarmee in de standaard valkuil van economen waarbij alles dat niet helder in geld uit te drukken is, genegeerd wordt. Kalshoven reduceert het doel van studeren tot het enige dat makkelijk te meten is: het extra inkomen dat de studenten genereren en de daaruit voortkomende extra belastinginkomsten. Maar wat is het "geluk" van leven in een gemiddeld hoog opgeleide samenleving waard?

      Dat geluk heeft voor mij waarde en ik verwacht dat ik niet enige ben. Die waarde is heel moeilijk te meten, want deze verschilt erg per persoon, maar hij is er wel. Die waarde niet meenemen in het rendementsdenken zorgt voor een kille samenleving waar financieel rendement "winst", belangrijker is dan "geluk". Volgens die denkwijze zou iedereen in de bijstand voor zijn leven moeten vrezen: dat kost alleen maar geld, toch?

      Ik moest tijdens het lezen van Kalshovens column steeds denken aan de MasterCard reclames: 10 euro voor een hoed, 50 euro voor een kaartje, maar het bijwonen van die ene voetbalwedstrijd: "priceless". Zelfs de grootste creditcard maatschappij1 snapt dat niet alles in geld is uit te drukken. Kalshoven sloot zijn column af met de volgende sneer:

      De stelling redementsdenken is slecht kan dus slechts twee dingen betekenen. Een: de verdediger begrijpt niet wat rendement is, of we dat nu leuk vinden of niet: de verdediger is onwetend. Twee: de mazzelaar van zijn generatie bedoelt te zeggen dat hij zijn rendement wil verhogen te kosten van zijn generatiegenoten: de verdediger is egoistisch.

      Ik zou daar aan toe willen voegen: Drie: de verdediger ziet in dat de rendementsdenker een zeer enge definitie van rendement gebruikt en daardoor het kind (een gelukkige samenleving) met het badwater (belastinggeld) weggooit. De verdediger heeft een punt.

      1ok, misschien niet de creditcard maatschappij, maar hun reclame-bureau.