/
    • Acht jaar geleden zei ik voor het eerst tegen een groep studenten: “kies zelf maar wat je maakt, als het maar werkt.” Dat was het begin van mijn maak-onderwijs carrière. Sindsdien hebben honderden studenten zelf watersensoren (bij civiele techniek) of natuurkundige demonstraties (bij natuurkunde) gemaakt in mijn vakken en word ik als expert op het gebied van maak-onderwijs gezien1. Maar als je mij vraagt wat maakonderwijs nou precies is, dan weet ik dat eigenlijk niet.

      Ik weet heel goed wat maak-onderwijs niet is. Op basis van een bouwtekening iets precies namaken is het niet. “Leren door te maken” is het … niet helemaal. Het is, voor mij dan, als liefde: ik kan maakonderwijs niet in een definitie vangen, maar ik herken het uit duizenden zodra ik het zie. Laat ik dan proberen te omschrijven wat het ‘ongeveer’ is, wetende dat mijn omschrijving niet al het maakonderwijs zal afdekken en dat er maakonderwijs is dat hier niet in past.

      Maakonderwijs is een onderwijsactiviteit waarbij studenten vooraf door de docent bedachte leerdoelen behalen door het ontwerpen en vervolgens maken van een opdracht (of project) waarbij niet a priori vast staat wat het resultaat moet zijn en er (dus) meerdere verschillende goede resultaten te maken zijn door de studenten.

      Voorbeelden zijn dan wat ik mijn studenten laat doen bij “meten aan water”. Daar krijgen ze de opdracht “maak een sensor die iets met water kan meten, maakt niet uit wat, en zorg dat de metingen automatisch online komen.” Sommige kiezen voor een regenmeter, andere voor een rivierafvoermeter, maar ze leren allemaal hoe je een meting online krijgt2. En niet zo maar een meting: een meting van hun eigen sensor. Daar zit denk ik de crux: bij maakonderwijs maak je als student iets dat van jezelf is. Waar je zelf voor gekozen hebt. Dat geeft een enorm gevoel van eigenaarschap: je eigen sensor, je eigen project. Dat ondertussen ook de leerdoelen gehaald worden komt door het kader, de randvoorwaarden, die je als docent meegeeft. In het geval van meten aan water: de meting moet automatisch online komen.

      Is een opstel schrijven ook maak-onderwijs?

      Als dat is wat maakonderwijs is, realiseerde ik me laatst3, dan is een opstel schrijven dat ook. Bij een opstel geeft de docent een kader aan: schrijf een betoog, of een ingezonden brief, of een spannend verhaal. Maar welk betoog, of welk verhaal, dat mag je als student zelf verzinnen. Door het kader (betoog, max aantal woorden, etc.) zorgt de docent ervoor dat de leerdoelen gehaald worden. Mijn gevoel gaat in protest: je maakt niet iets fysieks, dus het is geen maakonderwijs! Maar toch: als ik terugdenk aan mijn Nederlands lessen is zo’n beetje het enige dat ik nog weet de onderwerpen van de opstellen die ik schreef: het waren mijn eigen teksten.

      Ik had niet gedacht dat ik het ooit zo zeggen, maar mogelijk dat ik toch iets kan leren van mijn oude docent Nederlands en hoef ik als maakonderwijsdocent het wiel niet opnieuw uit te vinden. Zo is bij opstellen maken de beoordeling vaak duidelijk: als je voldoet aan de kaders (is het een betoog?) heb je een hoog cijfer als basis, en vervolgens punten aftrek voor fouten in spelling en grammatica. Bij maakonderwijs vind ik het vaak moeilijk om de verschillende projecten die mijn studenten maken te vergelijken en beoordelen. Ik val dan terug op voldoende of onvoldoende als het gemaakte wel of niet werkt, waarbij ‘werkt’ van de context van de opdracht afhangt. Terwijl tussen de voldoendes een enorm verschil in kwaliteit zit dat ik wel aanvoel, maar moeilijk hard kan maken. Misschien moet ik hier hetzelfde doen als bij opstellen: als het aan de opdracht voldoet een hoog cijfer en punten aftrek voor foutjes. Dan moet ik (of: moeten we) als maakdocent(en) goed gaan nadenken wat de spelling en grammatica van het maakonderwijs is dat we geven. Als eerste denk ik bijvoorbeeld aan correct materiaal en gereedschap keuze. Maar er zijn vast meer dimensies die we kunnen zien als de grammatica van het maakonderwijs.

      Ik weet nog niet zeker of ik bereid ben opstellen als maakonderwijs te beschouwen. Maar ik weet wel zeker dat ik door op deze manier naar andermans lesgeven te kijken ik mijn eigen onderwijs continue kan verbeteren. Het was vast niet het leerdoel dat meneer Kroese voor ogen had, maar twintig jaar na dato, heb ik dan uiteindelijk toch iets van zijn lessen geleerd. Waarvoor dank4.

      [1] Niet door mezelf, hou me ten goede, daar gaar de rest van dit blog over. Ik leid af dat andere mij als expert maak onderwijs zien omdat ik gevraagd word om lezingen te geven over hoe je dat nou doet: maak onderwijs. Bij Fablearn bijvoorbeeld.
      [2] Dat is natuurlijk niet het enige leerdoel dat we bij meten aan water hebben.
      [3] In de douche…
      [4] En oprechte excuses voor mijn puberale gedrag…